Ik vind het heel erg dat ze niet meer thuis woont. Maar ik ben blij dat zij daar goed verzorgd wordt.

Sinds 2016 ben ik mantelzorger van mijn vrouw. In het begin vergat ze dingen. Ook kreeg ze last van angsten. En van paniekaanvallen. Ze wist bijvoorbeeld niet meer hoe de poort open moest. Een buurman zag dat en adviseerde ons naar de dokter te gaan. De dokter zei dat het niet goed ging. Toen kreeg mijn vrouw medicijnen. Vanaf dat moment ben ik mantelzorger geworden. Ik deed alles in huis. Zoals bijvoorbeeld koken. Na een tijdje ging mijn vrouw naar de dagbesteding. In Hoog Brabant in Bavel. Het ging al gauw nog slechter met haar. Ik sliep niet meer omdat ik haar vaak moest helpen. Ik zag in dat ik haar niet meer zelf kon verzorgen. Dat vonden mijn kinderen ook.

Gelukkig kwam er ondanks de coronatijd een kamer vrij in het Elisabeth. Dat is een woonzorgcentrum in Breda. Ze is daar met spoed opgenomen. Mijn vrouw woont daar sinds begin april. Ik vind het heel erg dat ze niet meer thuis woont. Maar ik ben blij dat zij daar goed verzorgd wordt.

Iedere ochtend fiets ik naar het woonzorgcentrum. Daar neem ik mijn vrouw mee naar het restaurant. We drinken dan koffie met wat lekkers erbij. Na de koffie breng ik haar naar de afdeling waar zij woont. Ik ben blij dat ik dit iedere dag kan doen. Het doet mij goed haar elke dag te zien. Mijn vrouw wordt ook rustig als ik op bezoek kom. Zelf krijg ik gelukkig huishoudelijke hulp. Verder eet ik elke week bij de kinderen. Dat is mijn ontspanning.

Piet