Loop je vast in het leven? Hulp vragen is niet erg!

Johan is 53 jaar en woont in Bavel. Hij praat makkelijk en heeft een grote woordenschat. Hierdoor lijkt het alsof hij goed mee kan komen. Dit is niet het geval. Johan wordt overschat en dit zorgt regelmatig voor frustraties. Johan overlegt met zijn huisarts en samen besluiten zij dat een psycholoog wellicht kan helpen. De psycholoog brengt hem vervolgens in contact met Zorg voor elkaar Breda. Lees er meer over.

Johan vertelt: “Mijn hele leven voel ik mij al onbegrepen. Ik heb een vlotte babbel, maar ik vind het moeilijk om dingen te overzien. Ik kan niet goed plannen en kan geen structuur aanbrengen, bijvoorbeeld in het dagelijks leven of op mijn werk. Dit is heel lastig. In de afgelopen jaren heb ik veel verschillende banen gehad. Helaas kon ik geen van deze banen vasthouden. Er werden dingen van mij verwacht die ik niet waar kon maken. Ik moest taken uitvoeren die niet bij mij pasten. Ik werd overschat en dit zorgde voor veel frustraties. Regelmatig had ik meningsverschillen en deze meningsverschillen eindigden in woede-uitbarstingen van mijn kant.”

Kennismaking met Paul

Johan vindt dat het roer om moet. Hij gaat naar de huisarts en vertelt zijn verhaal. In overleg met Johan verwijst deze hem naar een psycholoog. Johan heeft veel baat bij de gesprekken, maar de psycholoog ziet ook dat Johan meer ondersteuning nodig heeft. De psycholoog wijst hem op het netwerk Zorg voor elkaar Breda. Bij Zorg voor elkaar Breda maakt hij kennis met cliëntondersteuner Paul. Paul vertelt: “Tijdens onze eerste ontmoeting hadden we nog niet zo’n goede klik en Johan voelde zich onbegrepen. Na een paar gesprekken leerden we elkaar steeds beter kennen en wisten we wat we aan elkaar hadden. Hierdoor werd het voor mij duidelijk welke richting Johan op wilde en om welke begeleiding hij precies vroeg.”

Licht verstandelijke beperking

Paul: “Johan en ik waren het erover eens dat het belangrijk was om eerst zijn begripsniveau te weten. Met de hulp van een gedragsdeskundige deed Johan verschillende tests. Hier kwamen tegenstrijdige resultaten uit. Zoals Johan zelf al zei, scoort hij goed op communicatief vlak, maar minder goed op planning en overzicht. De tests lieten ook zien dat hij een licht verstandelijke beperking heeft.” Johan zegt hierover: “Ik moest slikken toen ik dat hoorde. Ik vond het niet fijn een label te krijgen. Aan de andere kant bracht het mij ook veel duidelijkheid. Het gevoel onbegrepen te zijn, had een oorzaak.”

Woede-uitbarstingen

Om zijn woede beter te leren beheersen, gaat Johan naar Fivoor. Dit is een behandelcentrum voor mensen met psychiatrische problemen en persoonlijkheidsstoornissen. Johan: “Bij Fivoor volg ik de cursus ‘Weet Wat Je Kan’. De cursus is gericht op omgaan met een licht verstandelijke beperking. Ik leerde er om voor mijzelf op te komen en nee te zeggen. En om dit vooral op een duidelijke en rustige manier te doen.” Op Johans verzoek blijft Paul tijdens dit traject betrokken voor praktische ondersteuning. Zoals het samen aanvragen van een Wia-uitkering en ondersteuning via de Wmo.

Aanvragen Wia en Wmo

Johan: “Lichamelijk heb ik de nodige beperkingen. In mijn hele lichaam heb ik artrose. Daarnaast heb ik COPD en heb ik slijtage in mijn schouder en nekwervel. Ik ben meerdere keren geopereerd, maar mijn lichamelijke klachten blijven. In het dagelijks leven heb ik hier veel last van. Daardoor is werken bijna onmogelijk.” Paul vult aan: “Johan vroeg mij hem te helpen bij het aanvragen van een Wia-uitkering. Daarnaast hebben we samen huishoudelijke verzorging via de Wmo aangevraagd. Johan heeft lichamelijke klachten en zijn vrouw heeft de ziekte van Parkinson. Het huishouden doen is daarom lastig voor hen. Het eerste gesprek met de Wmo-consulent liep blijkbaar niet zo soepel. Daarom werd ik er tijdens het tweede gesprek bij gevraagd. Samen kwamen we er toen wel uit. Hierna is er huishoudelijke hulp toegewezen.

Goed in je vel zitten

Inmiddels gaat het goed met Johan. Hij vertelt: “Nu ik weet dat ik een licht verstandelijke beperking heb, kan ik hier goed mee omgaan. Mijn vrouw houdt mij ook goed in de gaten. Verandert er iets in mijn gedrag, dan nemen we contact op met Paul. Dat is heel fijn, want Paul en ik een goede band opgebouwd. We kunnen met elkaar lachen. Daarnaast heeft hij goed naar mij geluisterd en hebben we dingen samen aangepakt. Ik ben blij dat ik hulp heb gevraagd. Hulp vragen is niet erg! Ik zit nu goed in mijn vel en haal veel plezier uit het leven met mijn vrouw, mijn drie honden, mijn parkieten en mijn moestuintje.”